Koninklijk besluit van 10 juni 2014

Wat?

In dit Koninklijk Besluit worden de opdrachten en taakverdeling tussen de hulpverleningszones en Civiele Bescherming gewijzigd als gevolg van de hervorming.

Zoals hierboven reeds vermeld, bepaalt de wet van 15 mei 2007 vijf opdrachten voor de Civiele Veiligheid. Vier van deze opdrachten worden verder uitgewerkt in dit besluit.
Het is niet van toepassing op de vijfde opdracht, ‘de dringende geneeskundige hulpverlening zoals bepaald in artikel 1 van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening’ of op de opdrachten betreffende brandpreventie.

Hulpverleningszone versus Civiele Bescherming

Dit Koninklijk Besluit wijzigt de taakverdeling tussen de hulpverleningszones (brandweer) en de Civiele Bescherming. Hierbij is optimaal rekening gehouden met de complementariteit van deze twee hulpdiensten. De hulpverleningszones staan in voor de basisopdrachten van de Civiele Veiligheid, terwijl de Civiele Bescherming de langdurige en gespecialiseerde interventies voor haar rekening neemt. De mogelijkheid wordt gelaten aan de hulpverleningszones om, door middel van een samenwerkingsovereenkomst, ook voor een aantal van de basisopdrachten een beroep te doen op een andere hulpverleningszone of op de operationele eenheden van de Civiele Bescherming.

Taken van dehulpverleningszone

Bij de bestrijding van brand en ontploffing staat de hulpverleningszone in voor het blussen, de redding, de bescherming en de controle.

Bij interventies om vervuiling en het vrijkomen van gevaarlijke stoffen te bestrijden, heeft de hulpverleningszone verschillende taken, afhankelijk van de ernst van het incident. De meest voorkomende opdrachten betreffen verkenning, identificatie van de stoffen, beveiliging, basisdetectie, analyse, metingen, monsternemingen, neutralisatie en indamming, …

In het kader van het redden van en bijstand verlenen aan personen in bedreigende omstandigheden en bescherming van hun goederen is het takenpakket ook divers, afhankelijk van de aard van de interventie. De meest voorkomende opdrachten betreffen redding, evacuatie, ontzetting, beveiliging, stutten, signalisatie-afbakeningen, stabilisatie, reiniging wegdek, …

Wat betreft de logistieke ondersteuning, is het de taak van de hulpverleningszone om dringende bijstand van ziekenwagens te verlenen, infrastructuur en signalisatieafbakening op te zetten bij afkondiging van een bepaalde fase of noodplan en om drinkbaar water te verdelen aan de bevolking in geval van tekort aan drinkbaar water.

Tot slot bepaalt het besluit vier gespecialiseerde bovenzonale opdrachten van zowel de hulpverleningszones en van de operationele eenheden van de Civiele Bescherming (dit werd niet vastgelegd in de Wet van 15 mei 2007):

  • Expert Adviseur in Gevaarlijke Stoffen
  • Interventies met gespecialiseerd materiaal bij een treinongeval, brand op schepen of bij een ongeval betreffende infrastructuren van energiedistributieondernemingen
  • Het opstellen van een detachement (=team) voor interventies bij rampen en catastrofen in het buitenland en een cel om dit detachement te coördineren
  • Reddingshonden in het kader van de organisatie van kynologenhulpverleningsteams. Deze teams zijn onder andere gespecialiseerd in het opsporen van slachtoffers onder het puin